donderdag 08 april 2021 13:30

Belangrijke aandachtspunten uit het pensioenakkoord

Het pensioenakkoord en de daaruit voortvloeiende activiteiten zal ons samen, de komende jaren, flink bezig houden. Wij geven een overzicht van diverse aandachtspunten.

Over naar premieregelingen en een vlakke premie 

Wat is het plan?

  • Het is de bedoeling dat in het nieuwe pensioenstelsel pensioen wordt opgebouwd met behulp van een leeftijdsonafhankelijk vlak premiepercentage;
  • Dat is dus hetzelfde premiepercentage voor al uw werknemers of groepen werknemers (de premie is afhankelijk van de pensioengrondslag) ongeacht hun leeftijd;
  • Het premiepercentage wordt volgens de huidige voorstellen maximaal 30% van de pensioengrondslag. Dit is het salaris minus een aftrek die rekening houdt met waar de AOW al in voorziet. De bedoeling is dat hiermee in 40 jaar 75% van het gemiddelde salaris aan pensioen kan worden opgebouwd;
  • Omdat de omstandigheden kunnen wijzigen wordt er om de vijf jaar bepaald of dit percentage (nu dus 30%) nog het juiste is, zo niet dan volgt aanpassing. Wijzigen de omstandigheden tijdens de periode van vijf jaar sterk dan vindt er tussentijds een heroverweging plaats door de overheid; 
  • Alle pensioenregelingen worden de komende jaren premieregelingen;
  • Daarmee wordt herverdeling van de premie tussen deelnemers bij pensioenfondsen beëindigd en wordt pensioen transparanter en persoonlijker;
  • De premielast wordt hierdoor stabieler, voorspelbaarder en overzichtelijker want voor iedere werknemer geldt straks hetzelfde percentage. 

Wat betekenen deze maatregelen voor uw pensioenregeling?

U heeft op dit moment een beschikbare premieregeling

Heeft u op dit moment een beschikbare premieregeling dan heeft u de volgende keuzes:

  • Eerbiedigende werking: zo weinig mogelijk aanpassingen
    De overstap naar een pensioenregeling met een vlak premiepercentage heeft als gevolg dat er compensatie moet worden betaald voor de huidige deelnemers (in uw regeling). Door het ‘afvlakken’ van de premie missen zij in de toekomst namelijk pensioenopbouw. Die compensatie moet echter worden gefinancierd. Bij pensioenfondsen is de aanname dat een deel van de bestaande collectieve voorziening hiervoor kan worden gebruikt. Daarbij wordt de collectiviteit herverdeeld. Dat geldt niet voor premieregelingen bij verzekeraars en Premie Pensioen Instellingen (PPI's). Bij beschikbare premieregelingen heeft elke deelnemer met de pensioenpremie een eigen voorziening opgebouwd. Daarbij wordt niets herverdeeld. Daarom maakt het wetsvoorstel mogelijk dat pensioenregelingen bij verzekeraars en PPI's een zogenoemde ‘eerbiedigende werking’ gebruiken.
Wat houdt eerbiedigende werking in en wat zijn daarbij belangrijke aandachtspunten?
  • Met deze eerbiedigende werking is het de bedoeling dat er niet zoveel aan uw pensioenregeling verandert, toch zijn er voor u enkele relevante aanpassingen;
  • De regeling houdt namelijk in dat de op 31 december 2021 bestaande premieregeling met de opbouw volgens een leeftijdsafhankelijke premiestaffel ook ná 2026 mag worden voortgezet voor alle werknemers die tót 2026 in dienst komen. Werknemers die na die datum in dienst treden, mogen enkel nog een vlak premiepercentage krijgen toegezegd. Voor die laatste groep verandert er dus wel degelijk iets;
  • Vanaf 2026 zijn er twee opbouwsystemen naast elkaar in uw pensioenregeling wanneer u kiest voor de eerbiedigende werking:
  • Doordat de fiscale behandeling van pensioen wordt aangepast, wordt de bestaande premiestaffel nog wel aangepast. Die verandering is niet groot, maar voor u wel goed om te weten;
  • Wanneer werknemers van baan wisselen, komen zij mogelijk in een ander opbouwsysteem terecht (van een regeling met eerbiedigende werking in een regeling met vlakke premiestaffel). Dat vraagt om aandacht, om te voorkomen dat ze verkeerde verwachtingen hebben over hun pensioenopbouw.
Overstap naar een vlakke premie
  • In bepaalde gevallen is het voor een bestaande pensioenregeling het overwegen waard om bij de verlenging van het contract in de periode tot 2026 al eerder over te stappen op een vlak premiepercentage;
  • Dit is een alternatieve oplossing in plaats van de eerbiedigende werking, zoals die hiervoor is omschreven;
  • Vaak speelt hierbij een rol hoe uw personeelsbestand is opgebouwd en of er bijvoorbeeld veel of juist weinig verloop in het bestand is. Als de zaken op een rij worden gezet kan het zijn dat u tot de conclusie komt dat de overstap naar een vlak percentage, ook voor uw huidige werknemers het beste is;
  • In dat geval moet er wel compensatie worden toegezegd voor het verschil in de pensioenverwachtingen. Er wordt immers overgegaan van een oplopende premie naar een vlakke premie;
  • U voert hierover als werkgever het gesprek met de werknemersvertegenwoordiging. Het is belangrijk dat u duidelijke afspraken maakt die zijn gebaseerd op heldere berekeningen over het te behalen pensioenresultaat. Uw adviseur helpt u hierbij;
  • Die compensatie kan in de vorm van extra pensioen worden toegezegd of in de vorm van salaris. Het nieuwe pensioenkader biedt hier extra fiscale ruimte voor;
  • Compensatie is belangrijk om de pensioenopbouw van uw werknemers op een adequaat niveau te houden;
  • Zorg ervoor dat de compensatie uiterlijk in 2036 is gefinancierd.

Raadpleeg uw adviseur om uit te zoeken of overstappen de beste oplossing is voor uw bedrijf.

U heeft op dit moment een uitkeringsregeling (DB-regeling)

Heeft u op dit moment een uitkeringsregeling, zoals het Comfort Pensioen? Dan heeft u de volgende keuzes:

  • Vanaf 2026 is het niet meer mogelijk om pensioen op te bouwen in een uitkeringsregeling. Met ingang van 2026 zijn er alleen nog premieregelingen mogelijk;
  • Bij een verlenging van uw pensioenregeling in de periode tot 2026 kunt u overwegen om over te stappen naar een beschikbare premieregeling met een premiestaffel. Dat kan in onze beschikbare premieregeling: Persoonlijk Pensioen Plan;
  • Door vóór 2026 over te stappen op een premieregeling kunt u gebruik maken van de eerbiedigende werking, zoals die hiervoor is omschreven. Dat kan voordelig zijn omdat er in dat geval geen verplichting is om compensatie te betalen voor te missen pensioenopbouw. U kunt dan nog een regeling met een leeftijdsafhankelijke staffel afspreken voor alle werknemers die in dienst zijn op 31 december 2025. Voor nieuwe deelnemers vanaf 2026 geldt dat die pensioen opbouwen volgens een vlak percentage.

Advies inwinnen

Of u nu een beschikbare premieregeling heeft of een uitkeringsregeling en of u nu de eerbiedigende werking overweegt of de overstap naar een vlakke premie, het is altijd belangrijk om met uw adviseur te bespreken wat de aan te raden stappen zijn voor uw pensioenregeling. Verzekeraars en Premie Pensioen Instellingen verzorgen de juiste gegevens en benodigde input voor de berekeningen om u samen met uw adviseur te laten komen tot een keuze waar u en uw werknemers zich goed bij voelen. 

Standaard doorbeleggen na pensioendatum

Wat is het plan?

De lage rente is een van de belangrijke aanleidingen om te komen tot een herziening van het stelsel. Door een aantal maatregelen wordt de afhankelijkheid van de rente in het nieuwe stelsel minder groot.

  • Een van de maatregelen is dat door de pensioenstelselherziening doorbeleggen met pensioengeld na de pensioendatum de standaard wordt bij pensioenfondsen;
  • Met doorbeleggen is de werknemer minder afhankelijk van de rentestand op de pensioendatum. Wel zal de hoogte van de pensioenuitkering, afhankelijk van de beleggingsresultaten, van jaar tot jaar wijzigen. Een variabel pensioen dus.
  • Bij pensioenregelingen die bij verzekeraars en PPI’s lopen, is er een keuze. U kunt als werkgever samen met uw werknemers bij het aangaan of verlengen van de pensioenregeling ervoor kiezen om 1) voor te sorteren op doorbeleggen na pensioendatum of 2) voor te sorteren op een vaste uitkering;
  • Werknemers kiezen vervolgens zelf voorafgaand aan hun pensioendatum definitief of ze willen beleggen na hun pensioendatum of niet. En zo ja, hoeveel risico ze dan willen lopen met hun pensioengeld.

Wat betekent deze maatregel voor uw pensioenregeling? 

Bij verlengen van uw pensioenregeling maakt u met uw werknemers(vertegenwoordiging) een weloverwogen keuze. Deze keuze houdt in dat de regeling wordt ingericht op doorbeleggen na pensioendatum of een vaste pensioenuitkering na pensioendatum.

Advies inwinnen

Bij het bepalen of uw pensioenregeling standaard uitgaat van doorbeleggen na pensioendatum of voorsorteren op een vaste uitkering is het belangrijk om te zorgen voor een goed advies. Op die manier komt u met uw adviseur tot een keuze die past bij u en uw werknemers.

Onderzoek risicohouding werknemers

Om het beleggingsbeleid van de lifecyclefondsen goed vorm te kunnen geven, moeten aanbieders dit volgens de wet afstemmen op de risicohouding van werknemers (dat is de houding die werknemers hebben tegenover beleggingsrisico's). Ook is risicohouding een belangrijk thema in het pensioenakkoord.

Dit voorjaar sturen aanbieders daarom een grootschalig risicohoudingonderzoek uit onder werknemers met een beschikbare premieregeling. Het onderzoek richt zich op het bepalen van het risico dat de werknemer wil en kán lopen tijdens zijn of haar pensioenopbouw en gedurende de uitkeringsfase. Het is belangrijk om de pensioendoelstelling en de houding die werknemers hebben tegenover beleggingsrisico’s, in kaart te brengen. Met het inzicht in deze risicohouding kunnen verzekeraars en ppi’s hun beleggingsbeleid goed afstemmen op uw werknemers. Kijk voor meer informatie op de website van de aanbieders en zoek op risicohouding. 

Partner- en wezenpensioen 

Wat is het plan? 

Nabestaandenpensioen of ook wel partner- en wezenpensioen is een belangrijk onderdeel van het pensioen. De impact van het wegvallen van één van de partners is behalve op emotioneel vlak ook op financieel vlak zeer groot. Door de grote verscheidenheid aan regelingen is op dit moment voor veel mensen onduidelijk of ze recht hebben op partnerpensioen en als dat het geval is, hoe hoog dit is. Het partnerpensioen wordt op basis van de plannen daarom veel uniformer, zodat (met name de partners van) werknemers minder risico lopen om tussen wal en schip te vallen.

  • De hoogte van het partnerpensioen wordt (maximaal) 50% van het salaris. De hoogte van het wezenpensioen wordt 20% van het salaris en 40% voor iemand die beide ouders heeft verloren. Op dit moment is dat gebaseerd op het salarisdeel dat voor de pensioenopbouw in aanmerking wordt genomen (de pensioengrondslag) en het aantal dienstjaren. Door het op het salaris te baseren wordt partner- en wezenpensioen beter geregeld voor onder andere werknemers met een lager salaris. Het wezenpensioen eindigt in de toekomst altijd op een eindleeftijd van 25 jaar;
  • Er is meteen volledige dekking van het partner- en wezenpensioen. Het aantal dienstjaren van de werknemer is niet meer relevant;
  • Partnerpensioen bij overlijden voor de pensioendatum wordt uitsluitend nog op risicobasis verzekerd;
  • Dit betekent dat voor uw werknemer het risico van overlijden voor de pensioendatum wordt verzekerd, maar dat deze dekking vervalt op het moment dat hij uit dienst gaat.
  • Er komt een uniforme partnerdefinitie die door alle uitvoerders wordt gebruikt;
  • Door de uniformering wordt partnerpensioen voor werknemers beter geregeld en is het makkelijker te begrijpen;
  • Eerder opgebouwde aanspraken van partnerpensioen blijven gerespecteerd;
  • Verder worden er verschillende oplossingen uitgewerkt waarmee het partnerpensioen na ontslag, tussen twee dienstverbanden en in enkele andere situaties kan worden voortgezet.

Wat betekent dit voor uw pensioenregeling?

Bij verlenging van uw pensioenregeling kijkt u met uw adviseur naar de zaken die gewijzigd moeten worden op het gebied van partnerpensioen. Wij staan u en de adviseur daarin bij met de voor de aanpassing relevante informatie. Met eerder opgebouwde aanspraken van partnerpensioen gebeurt verder niets. Deze blijven ongemoeid.

Wijzigingen in pensioencommunicatie

De veranderingen in het pensioenstelsel vragen ook om veranderingen in de communicatie over pensioen. Daarnaast was de wet pensioencommunicatie al eerder geëvalueerd en daaruit kwam een aantal aanbevelingen. Er wordt met de stelselherziening dan ook een aantal verduidelijkingen vereist in de communicatie vanuit de pensioenuitvoerder. Deze aanpassing is in lijn met een beweging die we al hebben ingezet om deelnemers gerichter informatie te verschaffen en beter te begeleiden. We hechten hierbij waarde aan de rol van de adviseur, omdat het geven van informatie (uitvoerder) en advies (adviseur) wat ons betreft naast elkaar moeten blijven bestaan.

  • Er moet informatie worden verstrekt aan deelnemers aan de pensioenregeling in het geval de overstap naar een vlakke premie wordt gemaakt. Wij verstrekken hierbij de benodigde gegevens;
  • Op basis van de plannen moeten pensioenuitvoerders deelnemers beter begeleiden bij het maken van keuzes. Daarnaast moeten we deelnemers meer activeren door communicatie;
  • Het verplichte gebruik van de huidige voorgeschreven formats voor zowel Pensioen 1-2-3 als het Uniform Pensioenoverzicht (UPO) wordt losgelaten;
  • Daarvoor in de plaats komt informatie die minder uniform is en meer op de deelnemer toegespitst.

Wat betekent dit voor uw pensioenregeling?
De meeste aanpassingen op pensioencommunicatie betekenen een verbetering voor de informatievoorziening aan werknemers. Naast deze aanpassingen, staan alle partijen u bij met alle voor het maken van keuzes benodigde informatie.

Bedrag ineens, Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) en verlofsparen.

Steeds meer mensen willen flexibiliteit ten aanzien van hun pensioen. Pensioen moet beter aansluiten op hun persoonlijke behoeften. Ook neemt, onder andere door de stijging van de pensioenleeftijd en de AOW-leeftijd, de behoefte toe om manieren te vinden om gezond de eindstreep kunnen halen. Daarom zijn er als onderdeel van de stelselherziening extra maatregelen aangekondigd of zelfs al in werking getreden.

Allereerst komt er bij ingang van het pensioen een keuzemogelijkheid bij. Voortaan mag een deel van het pensioen opgenomen worden als een bedrag ineens. Verder wordt eerder stoppen met werken mogelijk gemaakt met de Regeling Vervroegde Uittreding (RVU). En als derde maatregel wordt er meer ruimte geboden om verlof te sparen, onder meer om eerder stoppen met werken mogelijk te maken.

Verlofsparen geeft werknemers meer mogelijkheden om eerder te stoppen met werken.

Bedrag ineens

Werknemers krijgen de keuze om op pensioendatum 10% van het ouderdomspensioen op te nemen in een bedrag ineens;

  • Dat is dus een extra keuzemogelijkheid voor een werknemer met het pensioengeld;
  • Er wordt nog nagedacht over het moment van opname, ook de AOW-datum wordt vanwege een lagere heffing op dat moment, overwogen;
  • De regeling wordt op dit moment nog verder uitgewerkt en gaat naar verwachting in op 1 januari 2023.

RVU

De RVU maakt het voor werknemers mogelijk kort voor pensioendatum toch een regeling voor vervroegde uittreding te mogen ontvangen. Lang was dat namelijk alleen mogelijk met een fiscale strafheffing en was langer doorwerken gewenst.

  • De voorgestelde versoepeling houdt in dat u als werkgever werknemers die korter dan drie jaar voor AOW zitten een regeling mag bieden om eerder te stoppen met werken;
  • Dit is een keuze waar werkgever en werknemer het allebei over eens moeten zijn.
  • Doel is om duurzame inzetbaarheid van medewerkers mogelijk te maken;
  • De versoepeling is afgesproken voor de periode 2021 tot en met 2025.

Verlofsparen

Om werknemers meer mogelijkheden te bieden eerder te stoppen met werken wordt het aantal weken belastingvrij verlofsparen verdubbeld.

  • U kunt als werkgever extra verlof toezeggen door bijvoorbeeld overwerk of ploegendiensten (deels) te belonen met extra verlofopbouw.
  • Spaart de werknemer meer dan vijftig verlofweken, dan moet de werkgever nu direct loonheffing afdragen.
  • Het verhogen van deze grens naar honderd weken geeft werknemers meer mogelijkheden om eerder te stoppen met werken of tussentijds langere periodes niet te werken. Zo kan een werknemer zelf meer de regie voeren over zijn of haar loopbaan, bijvoorbeeld door het verlof te gebruiken voor om- en bijscholing, een sabbatical of vervroegde pensionering.
  • De verruiming van het verlofsparen is per 1 januari 2021 in werking getreden.

Aanvullende informatie

Laatst aangepast op donderdag 08 april 2021 13:37