Voorlopige bedragen AOW-franchises, AOW-bedragen en maximum pensioengevend loon per 1 januari 2023

De Belastingdienst heeft de voorlopige bedragen gepubliceerd van de voor 2023 geldende AOW-franchises, AOW-bedragen van artikel 10aa UBLB en het maximum pensioengevend loon. Voor alle bedragen geldt het voorbehoud van de definitieve vaststelling van de bedragen in of op basis van wet- en regelgeving.

Inleiding

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 29 november 2022 de ‘Rekenregels per 1 januari 2023’ gepubliceerd. In Bijlage II.1 bij de rekenregels zijn de bedragen van de AOW-uitkeringen per 1 januari 2023 opgenomen.

Op basis van de AOW-uitkeringen van Bijlage II.1 zijn de voorlopige vanaf 1 januari 2023 geldende bedragen berekend van:

  • de AOW-franchises voor de toepassing van artikel 18a, zevende lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB);
  • de AOW-bedragen van artikel 10aa van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 (UBLB);
  • het maximum pensioengevend loon van artikel 18ga Wet LB.

Voor alle bedragen geldt uitdrukkelijk het voorbehoud van de definitieve vaststelling in of op basis van wet- en regelgeving. 

Voorlopige AOW-franchises per 1 januari 2023 (bedragen in euro’s)

 

Enkelvoudig gehuwd

Gehuwd met maximale toeslag

Ongehuwd

 

Middelloon

Eindloon

Middelloon

Eindloon

Middelloon

Eindloon

1 januari 2023

€ 16.322,00

€ 18.470,00

 € 32.644,00

€ 36.939,00

€ 23.962,00

€ 27.114,00

Voor bovenvermelde AOW-franchises voor 2023 geldt nog wel het voorbehoud van de definitieve vaststelling van de AOW-uitkeringen.

Voorlopige AOW-bedragen artikel 10aa UBLB per 1 januari 2023 (bedragen in euro’s)

Middelloon

Eindloon

Indien bij een middelloonstelsel bij de toepassing van artikel 18a van de wet een percentage per dienstjaar wordt toegepast van

wordt het in artikel 18a, zevende lid, onderdeel a, eerste volzin, bedoelde bedrag vervangen door 75% van

Indien bij een eindloonstelsel bij de toepassing van artikel 18a van de wet een percentage per dienstjaar wordt toegepast van

wordt het in artikel 18a, zevende lid, onderdeel a, eerste volzin, bedoelde bedrag vervangen door 66,28% van

meer dan

maar niet meer dan

 

meer dan

maar niet meer dan

 

-

1,701%

€ 13.033,00

-

1,483%

€ 14.747,00

1,701%

1,788%

€ 14.714,00

1,483%

1,570%

€ 16.647,00

Voor bovenvermelde voorlopige AOW-bedragen van artikel 10aa UBLB voor 2023 geldt nog wel het voorbehoud van de definitieve vaststelling van de bedragen in artikel 10aa UBLB. 

Voorlopig bedrag maximum pensioengevend loon artikel 18ga Wet LB per 1 januari 2023

Het maximum pensioengevend loon van artikel 18ga Wet LB per 1 januari 2023 is voorlopig vastgesteld op € 128.810,00. Dit bedrag is bepaald door het voor 2022 geldende maximum pensioengevend loon te vermenigvuldigen met de contractloonontwikkelingsfactor van artikel 10.2b, derde lid, van de Wet IB 2001. Voor de omvang van het in 2023 geldende maximum pensioengevend loon van artikel 18ga Wet LB geldt nog wel het voorbehoud van het bij ministeriële regeling definitief vast te stellen geldende maximum pensioengevend loon.